2014: Oorsprong van de ware familieclub, interview Willem en Marty Neeteson
22 mei 1975 werd onze mooie club opgericht. HBR draait vanaf het begin op vrijwilligers en niet zelden op hele families om alles goed te laten lopen. We spraken met één van de oprichters van de club Willem Neeteson en zijn vrouw over de oorsprong van de ware familieclub. Over ritselen van gratis worst bij de SPAR en Heren 1 met een krat bier onder de douche......
Van families die een hockeyclub werden…..
“De zondaghockey werd altijd hier thuis ’s avonds voortgezet, we verkasten wie er nog op de club waren hierheen. Meestal aten we dan soep. Water genoeg he?! Of rollade, weinig mensen dikke plakken, veel mensen dunne plakken. Het was echt altijd tot laat gezellig”. Ik praat niet ver van Sportpark het Hoge Land met de mede-oprichter van onze hockeyclub Willem Neeteson Lemkes en zijn vrouw Marty in hun zonnige achtertuin.
Import zoekt vertier
Toen Willem en Marty in de zestiger jaren opgelucht Den Haag achter zich lieten, om zich in het dorpje Berkel en Rodenrijs in een nieuwbouw huis te vestigen, waren er nog overal weilanden en kassen waar nu huizen staan. De componisten-, edelsteen- en sterrenbuurt waren er nog niet. Veel “import” zocht elkaar op en ontmoette elkaar aanvankelijk op de tennisclub. Daar werd geconstateerd dat er niet heel veel te doen was in Berkel en men ging aan de slag om wat meer vertier te brengen.
Zo was Willem eerst medeoprichter van de bridgeclub. Daarna probeerde hij een korfbalclub op te richten, maar daar waren toch te weinig belangstellenden voor. Toen de oproep van Hans Minnigh verscheen om een hockeyclub op te richten, was Willem klaar om zijn energie daar op te richten. Er meldden zich nog een aantal enthousiastelingen waaronder de artsen Verbeek en Hählen (jawel de vader van Marc en Serge), de heer Kool, Erik Bakx, en een aantal anderen. De oprichtingsvergadering vond plaats op 22 mei 1975 in een zaal van De Ark (de gereformeerde kerk uit 1972). Een bestuur werd gevormd, maar men wist dat het nog even improviseren zou blijven, want de gemeente had er nog geen trek in om dit couveuse kindje direct faciliteiten aan te bieden.
Spullen bietsen bij de SPAR
Men speelde op een plantsoen of in een park, in de winter in de Veiling Rodenrijs (voorganger van de veiling in Bleiswijk). Vervolgens vond men onderdak bij Hockeyclub Rotterdam op het toenmalige sportcomplex Laag Zestienhoven. Een constructie die onze huidige buurvereniging C.V.V. ook had doorlopen, voordat zij in oktober 1962 verhuisden naar het eerste veld op Sportpark Het Hoge Land. Nadat de gemeente een krediet had toegekend en na de ook toen al gebruikelijk vertragingen bij de uitvoering, werd er in begin 1977 door de leden hard gewerkt om de kale bouwketen die als clubhuis moesten gaan functioneren, van de hoogst nodige voorzieningen zoals douches en sanitair te voorzien (Bondsvoorschrift!). Vrienden van vrienden werden gevraagd om te helpen en 16 april ging het clubhuis open. Marty draaide de eerste jaren de bar. Vaak werd er gespeeld op het gemoed van de lokale middenstand waaronder “hofleverancier” de lokale SPAR supermarkt van Cor Vermeulen. Een paar gratis worsten of zakken chips konden er meestal wel vanaf als er werd ingekocht voor het weekend. Er werden tosti’s gebakken met een tosti-ijzer op de gaspitten. Frituren mocht niet in de houten keten, want dat werd een te groot brand gevaar geacht.
Handjevol volwassenen
Het was een hele toer om de vereniging draaiende te houden. Sterker nog, om een eerste team te bemannen, was vaak al improviseren. Onder de bezielende leiding van Ada Kolff begonnen de junioren toe te stromen, maar de organisatie moest door een heel klein aantal volwassenen gedaan worden. Erik Bakx was toen al de alleswetende scheidsrechter en Willem ging maar gauw bij hem in de leer want de club had toen nog meer dan nu, een schreeuwend tekort aan scheidsen. Vaak moest Willem tijdens zijn werk even heen en weer om het dinsdag huisvrouwen team (onder leiding van Gerda Groen) te fluiten.
Er waren veel families die zoveel rollen speelden op de club dat ze eigenlijk niet op vakantie konden omdat er dan teveel gaten vielen. Families zoals Kool (met 5 spelers!), Linthorst, van Buyskool, Kolff, Neeteson. Zij vormden in feite de basis van wat wij nu nog steeds met gepaste trots de echte familieclub HBR spreken.
Er moest ook elke week een krantje komen. Voor het wedstrijdschema, de bar en scheidsrechter-taken. Omdat Willem een reclamebureau had, lag het voor de hand dat hij zijn middelen zou aanwenden om dat voor elkaar te krijgen. Dat vonden overigens ook de tennis en en de bridgeclub waar Willem actief was, en dus was het een ware clubbladen fabriek bij Willem thuis en op het werk.
De naam Balbabbels werd via een prijsvraag gevonden. Willem meent zich te herinneren dat een Saskia Heneger(?) met de winnende naam kwam. Het ontwerp van een HBR logo (dat recent een kleine modernisering onderging), had hij via zijn zaak uitbesteed bij Carel Zorg studio BV te Rotterdam.
Met een krat bier onder de douche
Het met man en macht opgeknapte clubhuis bleef behelpen. In de winter was het er zo koud dat Heren 1 regelmatig met een krat bier onder de douche ging zitten om het warm te krijgen. Een nieuw clubhuis was zeker voor zo’n kleine club een enorme uitdaging. Er werd een loting georganiseerd maar die mislukte. Er werden symbolische legostenen verkocht op de braderie van Berkel, en er werden rentevrije obligaties verkocht aan de leden. Maar op de ALV bleek er toch nog een gapend gat in de begroting. Totdat de vader van een jeugdlid opstond de heer Ir.Grillo, die zei: “begin maar met bouwen: ik pas het verschil wel bij”. Dat was een opzienbarende geste, want het betrof hier vele tienduizenden guldens! Nu moest de vereniging wel gaan groeien om dit blijvend haalbaar te maken. Er werd een ambitieus plan gemaakt om te groeien naar 250 leden! In de bouwcommissie nam de heer Grillo plaats, alsmede Ir. Els Martel, Ir. Max Kool en Willem Neeteson.
Bied je aan Bep!
Zoals wel met meer vrijwilligers het geval, had Willem’s vrouw eigenlijk niet zoveel op met het spelletje zelf. Of in haar eigen woorden: “ik had niks met hockey. Stond ik een keer langs de lijn hoorde ik ineens tot mijn verbazing roepen ‘ bied je aan Bep!’. Ik vond dat een vreemde uitdrukking om naar een dame te roepen, maar iedereen leek het gewoon te vinden, dus toen ben ik het ook maar gaan doen. Hoorde ik na afloop: ‘joh, dat heeft mij zo opgepept’. Geen idee wat het betekende, maar toch leuk dat het kennelijk hielp”.
Soms blijven er vreemde dingen hangen, zo herinnert Marty zich nog levendig een jeugdteam dat terugkwam van een uitwedstrijd met de volgende creatieve yell:
“Jon Jon Jon
Wij hebben gewon
Van Asvion
Het was één tegen non”
Clubhistorie - lezen en vieren
En met deze mooie hockey poëzie sluiten we de herinneringen van Willem en Marty aan de eerste jaren van HBR af. Meer lezen over de clubgeschiedenis? Kijk eens op de website onder “Over de club/historie”.
Erik van Dort